Drait 151 - 155

Sloep Cabin 750

Lengte: 7,50 meter
Breedte: 2,50 meter
Diepgang: 0,80 meter
Doorvaarthoogte: 2,40 meter

Inhoud watertank: 60 liter
Inhoud vuilwatertank: 60 liter
Inhoud dieseltank: 65 liter

Stuurstand

A. Toerenteller
B. Motortemperatuur
C. Contactslot
D. Brandstofmeter
E. Boegschroef
F. Gashendel
G. Voorgloeien
H. Dynamo controle
I. Koelwatertemperatuur alarm
J. Smeeroliedruk alarm
K. Niet in gebruik

Zijpanelen

L. Watermeter
M. Cabine verlichting
N. Koelkast
O. Instrumenten aan/uit
P. Navigatielicht
Q. Waterpomp
R. Bilgepomp
S. Vuilwaterpomp
T. Niet in gebruik

Stuurstand

A. Toerenteller
B. Boegschroef
C. Brandstofmeter
D. Accuspanning
E. EVC controlepaneel
F. Gashendel

Zijpanelen

G. Toplicht
H. Navigatielicht
I. Instrumenten aan/uit
J. Cabine verlichting
K. Waterpomp
L. Bilgepomp
M. Achterdek verlichting
N. Koelkast
O. Vuilwaterpomp (Niet gebruiken)
P. Vuilwatertank

Stuurstand

A. Motor stop
B. Boegschroef
C. Storingspaneel
D. Toerenteller
E. Verlichting motorpaneel
F. Contactslot
G. Gashendel

Zijpanelen

H. Watermeter
I. Brandstofmeter
J. Vuilwatertank
K. Ankerlicht
L. Achterdek verlichting
M. Navigatielicht
N. Cabine verlichting
O. Koelkast
P. Waterpomp
Q. Bilgepomp
R. Bilgepomp
S. Instrumenten aan/uit
T. 12/24 Volt
U. Batterij test

Stuurstand

A. Boegschroef
B. Toerenteller
C. Motortemperatuur
D. Contactslot
E. Gashendel
F. Voorgloeien
G. Dynamo controle
H. Koelwatertemperatuur alarm
I. Smeeroliedruk alarm

Zijpanelen

J. Vuilwatertank
K. Watermeter
L. Brandstofmeter
M. Ankerlicht
N. Navigatielicht
O. Waterpomp
P. Bilgepomp
Q. Toplicht
R. Instrumenten aan/uit
S. Koelkast
T. Vuilwaterpomp

Stuurstand

A. Boegschroef 
B. Toerenteller
C. Motortemperatuur
D. Contactslot
E. Gashendel
F. Niet in gebruik 
G. Dynamo controle 
H. Koelwatertemperatuuralarm
I. Smeeroliedrukalarm
J. Uitlaatalarm

Motor starten
Zorg ervoor dat de gashendel in neutraal staat. Steek de sleutel in het contactslot en draai de sleutel om totdat de motor is gestart.

Gashendel
Neutraal: middenpositie
Vooruit: naar voren
Achteruit: naar achteren
Tip: Houd een korte pauze (1-2 seconden) tussen het schakelen van de vooruit, neutraal en achteruit. 

Motor stoppen
Drait 151 / Drait 154 / Drait 155: Draai de sleutel in het contactslot terug totdat de motor is gestopt.
Drait 153: Laat eerst de sleutel in het contact zitten. Draai de sleutel dus nog niet om. Houdt de grote zwarte knop ingedrukt totdat de motor is gestopt. Draai hierna de sleutel terug en neem de sleutel uit het contact.

Motor starten
Zorg ervoor dat de gashendel in neutraal staat. Er is geen startsleutel nodig om te motor te starten. Druk op de power-knop op het start-paneel om de motor op contact te zetten. Houdt vervolgens de start-knop ingedrukt totdat de motor aan is.

Gashendel
Neutraal: middenpositie
Vooruit: naar voren
Achteruit: naar achteren
Tip: Houd een korte pauze (1-2 seconden) tussen het schakelen van de vooruit, neutraal en achteruit. 

Motor stoppen
Houdt de stop-knop ingedrukt totdat de motor uit is en druk vervolgens op de power-knop om de motor volledig af te zetten.

Deze boot heeft een elektrische boegschroef. Dit betekent dat de boegschroef is aangesloten op een afzonderlijke accu. De boegschroef werkt uitsluitend bij een lopende motor. Gebruik de boegschroef uitsluitend bij het manoeuvreren.

Drait 151: Voor het gebruik van de boegschroef zet u de boegschroef aan met de groene knop. Gebruik de grijze knop om de boegschroef te gebruiken.

Drait 152 / Drait 153: De Boegschroef hoeft niet apart aangezet te worden en staat hierdoor altijd stand-by zodra de motor is gestart. Gebruik de joystick om de boegschroef te gebruiken. 

Drait 154 / Drait 155: Voor het gebruik van de boegschroef zet u  de boegschroef aan met de powerknop onder de joystick. Gebruik de joystick om de boegschroef te gebruiken. 

Gebruik van de elektrische boegschroef
Wanneer u de knop/joystick van de boegschroef naar links beweegt, beweegt de voorkant van het schip naar links. Wanneer u de knop/joystick van de boegschroef naar rechts beweegt, beweegt de voorkant van het schip naar rechts. Gebruik de boegschroef ongeveer 3 seconden (max. 5 seconden per keer!). Kijk vervolgens hoe de boot reageert. Indien nodig, gebruik nogmaals 3 seconden. Zo ga je door tot de gewenste positie is bereikt. 

Wat te doen als de boegschroef niet werkt?
Door overmatig gebruik van de boegschroef kan het systeem oververhit raken, waardoor het niet meer werkt. Wacht +/- 30 minuten voordat je de boegschroef opnieuw aanzet en gebruikt. Werkt het systeem nog steeds niet? Dan is de kans groot dat de accu leeg is. Leg de boot aan en sluit de boot aan op de walstroom. Laat de boot een nacht (of minstens een aantal uur) opladen aan de walstroom. Is het probleem nog niet opgelost? Neem contact op via +31 512 513 276.

De boot heeft meerdere accu’s:
-Accu voor het starten van de motor (startaccu);
-Accu voor boegschroef en voor de stroom aan boord.

Tijdens het varen met de boot worden de accu’s langzaam opgeladen. Echter gaat het laden vele malen sneller, wanneer de boot aan de walstroom aangesloten is. Dus bij een lage accuspanning (van bijvoorbeeld de boegschroefaccu) raden wij aan om een ligplaats met walstroomaansluiting te zoeken. Deze boot heeft alleen 220 Volt aan boord, indien de boot is aangesloten op de walstroomaansluiting. 

Wat te doen als er geen stroom aan boord is?

  1. Is de boot aangesloten op walstroom, controleer dan of de boot ook daadwerkelijk geladen wordt. Ben je er niet zeker van of walstroom werkt? Sluit de walstroomkabel aan op een ander stroompunt. Bij twijfel, vraag de havenmeester of hij kan controleren of er stroom op het stroompunt staat.
  2. Is de boot aangesloten op de walstroom maar werkt de stroom aan boord niet? Neem dan contact met ons op via +31 512 513 276.

Deze boot heeft een handpomptoilet. Het normale gebruik van toiletpapier (maximaal 2-laags) is geen probleem. Wel altijd goed naspoelen, zodat het niet in de leidingen blijft steken. Werp geen vochtige doekjes, maandverband en/of tampons in het toilet! Dit kan tot verstoppingen leiden.

Hoe werkt het toilet?
Zorg ervoor dat er altijd een laagje water in het toilet staat voordat het toilet wordt gebruikt. De hendel van de handpomp heeft 2 standen. Zet je hem op de linker stand, dan pompt het water naar buiten. Zet je hem op de rechter stand, dan pomp je het water naar binnen. Na de boodschap pomp je eerst voldoende water naar binnen om te spoelen. Als alles goed is doorgespoeld, zet je de handpomp op de linker stand en pomp je ongeveer 20 keer om de afvoer goed leeg te maken.

Wat te doen als het toilet niet werkt?
Pompt het water niet weg? Dan is vermoedelijk het toilet verstopt. Pomp nog wat extra water het toilet in en pomp het ook weer weg. Wanneer het toilet hierna nog niet werkt, neem dan contact op via +31 512 513 276. Bij verstopping door foutief gebruik van het toilet, kunnen kosten in rekening worden gebracht.

De boot heeft een watergekoelde motor. Dat betekent dat het water van buiten gebruikt wordt om de motor te koelen. Hierdoor is het belangrijk om altijd te controleren of er koelwater uit de uitlaat komt. Komt er geen of weinig koelwater uit de uitlaat? Trek dan de gashendel aan aan de zijkant om in de neutraalstand gas te kunnen geven. Geef een beetje gas en kijk of dit invloed heeft op de hoeveelheid koelwater. Vergeet niet om de hendel hierna weer terug te zetten in de neutraal en weer terug te klikken, zodat de gashendel weer normaal gebruikt kan worden. Heeft dit niet het gewenste resultaat gehad? Zet dan de motor zo snel mogelijk uit om oververhitting van de motor te voorkomen en bel direct met +31 512 513 276.

Wordt door een collega aangegeven om het wierfilter te controleren? Volg dan deze stappen:
1. Open het motorluik in de salon;
2. Zoek de wierfilter(s) die is aangesloten op de motor en draai de dop voorzichtig los. Let op: er zit een rubberen ring tussen de dop en de filterhouder. Raak deze ring niet kwijt!;
3. Haal het filter er uit en reinig het filter in het buitenwater of bij een waterpunt in de haven;
4. Plaats het gereinigde filter terug en vervolgens ook de rubberen ring en de dop. Sluit de dop goed luchtdicht af;
5. Start de motor en controleer of er nu wel koelwater uit de uitlaat komt.
Belangrijk: Neem nooit zelf actie in de motorruimte zonder telefonische toestemming van De Drait. Bij vragen, bel +31 512 513 276.

De gasbun bevindt zich in de bank op het achterdek. Hier staan 2 gasflessen, 1 is aangesloten en 1 is reserve. Als u de boot overneemt, is de gasfles altijd aangesloten en geopend. Als de gasfles leeg is, moet u deze zelf omwisselen.

Gasfles wisselen:
1. Sluit de kraan van de aangesloten fles;
2. Draai de moer van de drukregelaar los met de bijgevoegde sleutel (linkse draad);
3. Sluit de drukregelaar aan op de andere gasfles;
4. Open de kraan van de nieuwe aangesloten gasfles. 

De walstroomkabel hoort bij dit schip. Zorg ervoor dat u voor vertrek altijd de walstroomkabel aan wal loskoppelt en meeneemt aan boord. Sluit de walstroomkabel weer aan bij aankomst in de haven. 

Zorg ervoor dat de fenders goed zijn vastgemaakt aan de reling, zodat u de fenders onderweg niet verliest. Bekijk hier bij de ‘Knopen’ hoe je de fender vast kunt maken met een mastworp-knoop. Vragen? Vraag gerust aan de instructeur om te laten zien hoe u de knoop moet maken.

Bevestig de lus om de bolder van de boot. Doe de lijn onder de reling door naar de bolder/ring aan de steiger/wal. Maak de lijn niet vast! Breng de lijn terug naar de bolder op de boot en maak de lijn vast met een mastworp of paalsteek Bekijk hier bij de ‘Knopen’ hoe je deze knopen moet maken. Hierdoor kun je gemakkelijk de lijn ook weer losmaken vanaf de boot en hoef je hiervoor niet op de steiger te staan. Indien nodig kun je de pikhaak hiervoor gebruiken. Vragen? Vraag gerust aan de instructeur om te laten zien hoe u de knopen moet maken.

Deze boot heeft een los anker met een touw. Gooit het anker uit en bevestig de andere kant van het touw aan een van de bolders op de voorkant van het schip. Indien u voor anker ligt, dient u de ankerbal in de mast te hangen (ligt in de gasbun). Let op: Ankeren is niet toegestaan bij schemering en in het donker. Zoek op tijd een ligplaats, bijvoorbeeld een Marrekrite ligplaats of in een jachthaven.

Als je overdag (tussen zonsopgang en zonsondergang) met goed zicht kunt varen, heb je geen verlichting nodig. Wanneer het zicht tijdens het varen slechter wordt vanwege mist, regen of andere weersomstandigheden, dan is het verplicht om de navigatieverlichting aan te zetten. Gebruik de knoppen op de stuurstand om de verlichting aan en uit te zetten.

Aan de achterzijde van het schip bevindt zich de dop voor het drinkwater. Voor afvaart is de watertank al voor u gevuld. Als u onderweg de watertank vult, laat dan altijd het water kort lopen, zodat er fris water uit de slang komt. Plaats de slang in het vulgat en vul de watertank. Als er water uit de ontluchtingsopening aan de zijkant van het schip komt, of wanneer het water overloopt bij de vuldop, betekent dit dat de watertank vol zit. Ondanks dat de watertank gevuld wordt met drinkwater, adviseren wij u om het water niet te drinken maar hiervoor flessen water te gebruiken. Het advies is om de watertank elke 2-3 dagen bij te vullen.

Aan de achterzijde van het schip bevindt zich de dop voor de brandstoftank. Deze boot vaart uitsluitend op GTL-diesel. Er mag onderweg geen gewone diesel getankt worden. Bij terugkomst tanken wij het schip weer vol. Bekijk hier de lijst met tankstations aan het water.

Controleer voor het openen en sluiten van de ritsen of het nodig is om de spanning er af te halen door de bandjes wat slapper te zetten. Bij de meeste boten kunnen de voorste ramen worden opgerold en de zijkanten en de achterkanten worden geopend. Hierdoor kan er voldoende frisse lucht door de tent waaien en behoud je het zonnedak. Ons advies is om NIET de gehele tent van de boot af te halen. Reden hiervoor is dat de tenten vaak strak zijn opgebouwd waardoor het lastig is om de tent naderhand weer juist te kunnen bevestigen. Schade aan de tent/boot die ontstaat door onjuist handelen tegen het advies van De Drait in, is op eigen risico. 
Is het toch noodzakelijk om de tent eraf te halen, vraag dan onze instructeur bij de instructie wat hierbij belangrijk is om op te letten, vooral bij het terugplaatsen van de tent en de buiskap. U dient de boot weer in te leveren zoals u deze van ons heeft ontvangen. Indien de tent/tentdelen zijn verwijderd, dienen deze bij terugkomst weer teruggeplaatst te worden.